Stamceltherapie kan gebreken herstellen van verwondingen aan hoofd en mond

Onderzoekers hebben in de eerste menselijke studie van zijn soort ontdekt dat het met behulp van stamcellen sneller, effectiever en minder invasief is om craniofaciale weefsels, d.w.z. voornamelijk bot, opnieuw te laten groeien in vergelijking met traditionele botregeneratiebehandelingen.
De klinische proef was een samenwerking tussen onderzoekers van de University of Michigan School of Dentistry en het Michigan Center for Oral Health Research samen met Ann Arbor-based Aastrom Biosciences Inc. waarbij 24 patiënten betrokken waren die een kaakbotreconstructie nodig hadden na het verwijderen van de tanden. De onderzoekers verdeelden de patiënten in twee groepen, waarbij één groep experimentele weefselherstelcellen (ixmyelocel-T) ontving en de andere groep traditionele geleide botregeneratie-therapie ontving. De weefselherstelcellen ixmyelocel-T worden momenteel ontwikkeld bij Aastrom.
Leidende onderzoeker Darnell Kaigler, die universitair docent is aan de U-M School of Dentistry, zei:

"Bij patiënten met kaakbotdeficiënties die ook ontbrekende tanden hebben, is het erg moeilijk om de ontbrekende tanden te vervangen, zodat ze er natuurlijk uitzien en functioneren. Deze technologie en aanpak kunnen mogelijk worden gebruikt om gebieden met botverlies te herstellen zodat ontbrekende tanden kunnen worden vervangen met tandheelkundige implantaten. "

Kaigler verklaarde dat de behandeling het meest geschikt is voor grote defecten, zoals die voortkomen uit trauma, ziekten of aangeboren afwijkingen, omdat deze zeer uitdagend zijn om te behandelen vanwege hun complexe aard van het vereisen van verschillende weefseltypes, waaronder bot-, huid- en tandvleesweefsel.

Hij bleef zeggen dat het belangrijkste voordeel van stamceltherapie is dat de eigen cellen van de patiënt worden gebruikt om weefsel te regenereren in plaats van door de mens gemaakte, vreemde materialen te gebruiken.
De studie heeft veelbelovende resultaten opgeleverd. Studie deelnemers in de celtherapie groep ontvingen tandheelkundige implantaten op 6 en 12 weken na hun experimentele celtherapie en er werd geconstateerd dat ze een grotere botdichtheid en snellere botreparatie hadden vergeleken met degenen die traditionele geleide botregeneratie therapie ondergingen. Ze hadden ook minder secundaire bottransplantatie nodig bij het ontvangen van hun implantaten in vergelijking met de traditionele botregeneratiegroep.

Het team gebruikte cellen uit het heupbeenmerg van de patiënt, die vervolgens werden verwerkt met behulp van het eigen systeem van Aastrom. Dit maakt de groei mogelijk van veel verschillende cellen, waaronder stamcellen, die vervolgens werden verplaatst naar verschillende gebieden in de mond en de kaak van de patiënt.
Kaigler concludeerde dat stamceltherapieën nog steeds waarschijnlijk 5-10 jaar verwijderd zijn van een standaardbehandeling voor mond- en gelaatsschade en -afwijkingen en dat er meer klinische onderzoeken moeten worden uitgevoerd, waaronder een groter aantal patiënten met grotere craniofaciale defecten.
Geschreven door Petra Rattue