WTC-brandweerlieden hebben een hoger risico op kanker

Brandweerlieden die de ramp in het 9/11 World Trade Center hebben overleefd, hadden in de daaropvolgende zeven jaar minstens 19% meer kans om kanker te krijgen in vergelijking met collega's die niet werden blootgesteld aan de giftige wolk die werd geproduceerd door de instorting van de Twin Towers. cohortstudie gepubliceerd in een speciaal Sept 3 nummer van The Lancet dat reflecteert op de gevolgen voor de gezondheid van de terroristische aanslagen, zowel in de VS als internationaal.
In de grootste studie van brandweerlieden ooit uitgevoerd, vonden de onderzoekers ook dat de blootgestelde brandweerlieden 10% meer kans hadden om kanker te ontwikkelen dan een vergelijkbaar monster van de bevolking in het algemeen.
De terroristische aanvallen op 11 september 2001 waren de dodelijkste in de VS sinds de Tweede Wereldoorlog. De rampzalige gebeurtenissen die zich die dag in New York, Virginia en Pennsylvania voordeden, markeerden een nieuw hoofdstuk in de Amerikaanse en wereldgeschiedenis en hebben een blijvende indruk achtergelaten in de fysieke en mentale gezondheid van de getroffen mensen.
De aanvallen op de Twin Towers van het World Trade Center (WTC) zorgden voor een ongekende milieuramp waarbij veel first responders, waaronder ongeveer 12.500 brandweermannen van de brandweer van de stad New York (FDNY), werden blootgesteld aan een giftige wolk met mogelijk gevaarlijke stoffen waaronder verpulverd cement, lood, asbest, glasvezels, polychloorbifenylen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen en bijproducten van branden die in de ingeklapte gebouwen vielen, zoals polychloorbaden en dioxines. Dit komt bovenop de giftige dampen van de brandende vliegtuigbrandstof en van de dieseluitlaat van de zware uitrusting die wordt gebruikt bij de herstelperiode van 10 maanden na de aanslagen.
Senior auteur Dr. David Prezant, hoogleraar geneeskunde aan het Albert Einstein College of Medicine van Yeshiva University, en collega's, rapporteren hoe zij de gezondheid van 9.853 blootgestelde en niet-blootgestelde brandweerlieden gedurende de zeven jaar na die dag evalueerden.
Prezant is ook een arts-assistent in de afdeling Longgeneeskunde van Montefiore, het Universitair Ziekenhuis en academisch medisch centrum voor Einstein, en hij is hoofdarts van de FDNY. Zijn collega-co-auteurs komen ook uit Einstein, Montefiore en FDNY.
Prezant heeft al een aantal artikelen gepubliceerd over de longgezondheid van de respondenten die de WTC-ramp hebben bijgewoond, maar deze laatste studie in The Lancet is de eerste die de mate van kanker beoordeelt in het gehele cohort van WTC-blootgestelde brandweerlieden.
Voor het onderzoek bestudeerden de auteurs de gezondheidsdossiers van alle brandweerlieden die deelnamen aan het onderzoek, daterend uit 1996, vijf jaar vóór de aanslagen van het WTC.
Ze keken naar de incidentie van kanker en mogelijke verbanden met blootstelling in de 7 jaar na 9/11. Ze vergeleken deze percentages met die van brandweerlieden die niet waren blootgesteld aan de WTC-gebeurtenissen, en ook met een steekproef van de algemene bevolking afkomstig uit de Surveillance Epidemiology and End Results (SEER) -database van het National Cancer Institute van de VS en afgestemd op leeftijd, ras en etniciteit van de brandweerman-cohort. Ze ontdekten dat:

• Vergeleken met een gematched monster van de algemene mannelijke bevolking van de VS, waren de gestandaardiseerde incidentie ratio's (SIRs) van de kankerincidentie bij brandweerlieden blootgesteld aan de WTC-gebeurtenissen 1,10 (95% betrouwbaarheidsinterval CI variërend van 0,98 tot 1,25).


• In vergelijking met brandweerlieden die niet waren blootgesteld aan de WTC-gebeurtenissen, bedroeg de SIR van de kankerincidentie bij de blootgestelde brandweerlieden 1,19 (95% CI 0,96-1,47), indien gecorrigeerd voor mogelijke surveillancebias. Indien niet gecorrigeerd voor vooringenomenheid, was dit 1,32 (1,07-1,62). Deze cijfers waren gebaseerd op een overmaat van 38 gevallen van kanker onder de blootgestelde brandweerlieden.

De auteurs concludeerden dat de resultaten met de nodige voorzichtigheid moeten worden overwogen, omdat 7 jaar niet lang genoeg is om de uitkomsten van kanker te beoordelen, en de gemelde overmaat aan kankergevallen is "niet beperkt tot specifieke orgaantypes".
Ook, zoals bij alle observationele studies, waar een groep mensen gedurende een bepaalde periode wordt gevolgd, kun je niet uitsluiten dat de links die ze vonden misschien het gevolg zijn van ongeïdentificeerde confounders.

Prezant vertelde de pers dat de resultaten:
"... steun voor de noodzaak om toezicht te houden op brandweerlieden en anderen die op de ramp in het Wereldhandelscentrum hebben gereageerd of hebben deelgenomen aan herstel en sanering op de locatie.Deze monitoring moet ook betrekking hebben op kankerscreening en inspanningen om te voorkomen dat kanker zich ontwikkelt bij blootgestelde personen."
De onderzoekers keken ook naar de verschillen tussen blootgestelde en niet-blootgestelde brandweerlieden in termen van kanker die voorkomen in 15 specifieke delen van het lichaam, maar vonden geen enkele plaats waar er een significante toename was van het aantal kankergevallen onder degenen die waren blootgesteld aan de WTC-gebeurtenissen.
Ze zagen echter een trend in de richting van verhoogd risico in 10 van de 15 locaties en merken op dat een gebrek aan statistische significantie te wijten kan zijn aan de kleine steekproefgroottes voor de locatiespecifieke analyse.
Kleine steekproefomvang was ook een probleem bij het analyseren van rookstatusverschillen, hoewel de auteurs opmerken dat alle negen brandweerlieden die werden blootgesteld aan de WTC-gebeurtenissen die longkanker ontwikkelden, rokers waren.
De onderzoekers zijn van mening dat het "biologisch aannemelijk" is dat blootstelling aan het stof veroorzaakt door de WTC-gebeurtenissen tot kanker kan leiden, hoewel deze studie duidelijk geen dergelijke link aantoont. Het stof bevatte veel bekende kankerverwekkende stoffen, en ook veroorzaakte blootstelling aan het stof chronische ontsteking, die "is geïmpliceerd als een risicofactor voor kanker in experimentele en epidemiologische studies", zei Prezant.
De studie werd gefinancierd door het National Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH).
Geschreven door Catharine Paddock PhD