Ziekteverloop Alzheimer voorspeld door bloedtest

Door de verhoudingen van twee vetverbindingen in het bloed te meten, kunnen artsen nu beter voorspellen hoe snel iemand met de ziekte van Alzheimer waarschijnlijk de cognitieve functie verliest, meldden onderzoekers van de Johns Hopkins University School of Medicine in de Journal of Alzheimer Disease. De auteurs leggen uit dat het kunnen voorspellen van cognitieve achteruitgang nuttig kan zijn voor de behandelingsdoelen, maar ook om geliefden en zorgverleners te voorzien van essentiële gegevens over wat ze kunnen verwachten en hoe ze zich moeten voorbereiden.
Van de ongeveer 100 patiënten met nieuw gediagnosticeerde Alzheimer ervaren ongeveer 33 patiënten tijdens de eerste vijf jaar geen cognitieve achteruitgang, 33 verliezen cognitieve functies met een gematigde snelheid, terwijl de andere 33 snel zullen verslechteren. Een juiste voorspelling van wat er gaat komen kan mensen met de ziekte helpen, evenals diegenen die waarschijnlijk voor hen zorgen om zich voor te bereiden. Dokters zouden ook kunnen profiteren door te beslissen welke van hun Alzheimerpatiënten het meeste baat zouden hebben bij een agressieve behandeling.
De auteurs leggen uit dat er momenteel geen behandelingen zijn die AD (Alzheimer) effectief voorkomen, stoppen of vertragen. Zij voegden eraan toe dat, zelfs in hun huidige studie, verdere tests nodig zijn voordat de bloedvettest als betrouwbaar kan worden aangetoond.
Michelle Mielke, Ph.D., adjunct-assistent-professor in de psychiatrie, schreef:

"We zijn ervan overtuigd dat er een verband is tussen deze lipiden en AD-progressie, maar dit werk is nog niet klaar om klinisch te worden gebruikt."

Michelle Mielke en het team verzamelden en analyseerden gegevens van 120 patiënten met vermoedelijke Alzheimer bij het Alzheimer Disease Memory Disorder Center, Baylor College of Medicine, Texas. Ze maten een reeks bloedvetwaarden en voerden cognitieve beoordelingen uit gedurende een periode van 2,3 jaar. Elke patiënt werd gemiddeld 4,2 keer bezocht.
Zij vonden dat een langzamere progressie van dementie bij de ziekte van Alzheimer verband hield met lagere bloedspiegels van ceramide en hogere niveaus van plasma-sfingomyelinen. Dit zijn twee soorten vetten die in cellen door het hele lichaam worden aangetroffen.
De auteurs legden uit dat ceramiden een rol spelen bij celdood en ontsteking. Als er minder ceramiden in de bloedbaan zijn, wordt een klein aantal hersencellen gedood, met als gevolg een langzamere progressie van de ziekte.
Mielke zei dat een eerdere studie had aangetoond dat ceramidenbloedspiegels gekoppeld waren aan snellere krimp van het geheugencentrum van de hersenen gedurende 12 maanden bij personen met milde cognitieve stoornissen. Sommige studies hebben ook ceramideniveaus geassocieerd met amyloïde bèta-niveaus. Amyloïde beta is een eiwit dat zich ophoopt bij patiënten met AD.

Als blijkt dat deze bloedtest effectief is in verdere studies, zijn de onderzoekers van mening dat er manieren kunnen zijn om cognitieve achteruitgang te vertragen.
De onderzoekers zeiden:

"Een enzym dat bekend staat als sfingomyelinase metaboliseert sfingomyelinen tot ceramiden Het is mogelijk dat, als een sfingomyelinaseremmer werd gebruikt om het proces van het afbreken van sfingomyelinen tot ceramiden te vertragen, de progressie van de ziekte zou kunnen worden onderbroken.

Er is veel energie gestoken in het vinden van manieren om de ziekte van Alzheimer te stoppen. Tot op heden helpt de enige goedgekeurde therapie symptomen van cognitieve achteruitgang bij sommige personen, en dan slechts voor een korte tijd. Geen enkele huidige behandeling heeft enig effect gehad op het beloop van de ziekte.
Mielke zei:

"En geen van de andere verbindingen in klinische onderzoeken tot nu toe vertoont enige voordelen.Misschien moeten we onze focus verschuiven.De antwoorden zouden kunnen zitten in deze lipiden, die in het bloed kunnen worden gemeten."

Geschreven door Christian Nordqvist